Geschiedenis van de Petit Basset

De langst bekende Griffon Vendéen is de Grand Griffon Vendéen, die al vele eeuwen voor de drijfjacht in de Vendée werd gebruikt. Over de afkomst van de Grand Griffon Vendéen zijn verschillende theorieën in omloop. Waarschijnlijk hebben zowel de ‘Chien de Fauve de Bretangne’ (de hoogbenige voorvader van de ‘Basset Fauve de Bretagne’ als de ‘Chien Blanc de Roi’ (de witte gladharige jachthonden die koning Frans I in Evreux hield) bijgedragen aan het ontstaan van het ras.

Tot in de tweede helft van de negentiende eeuw kwamen er sporadisch kleinere en kortbenige honden voor in de meures. Maar pas tegen het einde van de negentiende eeuw werd bewust getracht een kleinere en een kortbenige variant te fokken. Met name de graaf d’Elva probeerde, met veel succes, een kleiner type ( de Briquet Griffon Vendéen ) en een kortbenig type ( de Basset Griffon Vendéen ) te fokken. De wat kleinere Briquet werd voor de hazenjacht gebruikt. De Bassets, die rustiger waren dan de langbenige honden en daardoor een beter uithoudingsvermogen hadden, werden gebruikt voor de jacht onder het geweer. Ook was de rustigere Basset minder snel afgeleid door sporen van ander wild.

gbgv-geschiedenis-2
gbgv-geschiedenis-1
gbgv-geschiedenis-3

In 1907 werd de ‘Club du Basset Griffon Vendéen’ opgericht, de eerste Franse club voor één ras uit de groep van lopende honden. Vrijwel van het begin af aan waren er twee soorten Bassets Griffon Vendéens, de Basset met rechte poten ( de tegenwoordige Grand Basset ) en de lagere Basset met gedraaide voorpoten ( de tegenwoordige Petit Basset ). In 1922 heeft de Franse club besloten de indeling in hoogten ( van 34 tot 38 cm en van 38 tot 42 cm ), waarbij van de hoge Basset Griffon Vendéen geëist werd dat de voorpoten recht waren. Bovendien werd in dat jaar de club ook opengesteld voor alle Griffons Vendéens en kreeg de club zijn huidige naam ‘Club du Griffon Vendéen’.

In die periode was Paul Dezamy, een enthousiaste Grand Basset fokker, voorzitter van de club. Met name door zijn inspanningen ontstond een fraai en stevig, maar soms te groot, type Grand Basset met veel allure ( het type ‘Dezamy’ ). Paul Dezamy werd opgevolgd door zijn schoonzoon Abel Desamy die weer werd opgevolgd door zijn zoon Hubert Desamy. Met name onder leiding van Hubert Desamy werden weer veel honden van het type ‘Dezamy’ gefokt. Opnieuw dreigde toen de Grand Basset te groot te worden. In 1985 volgde Renaud Buche ( opnieuw een Grand Basset fokker ) Hubert Desamy op als voorzitter van de Franse club ). Hiermee lijkt er een einde te komen aan de te grote Grands Bassets. Op dit moment is de Franse club bezig om de standaard aan te passen. Hierbij word vooral de maximaal toegestane hoogte van de Grand Basset ( de toegestane tolerantie ) aangescherpt. De Basset is de kort benige variant van de langbenige Grand Griffon Venéen en dat is soms in nesten terug te vinden. Het is niet ongewoon dat er in een nest een pup zit die uiteindelijk een ‘gewone’ hoogbenige hond wordt met een hoogte van 55 tot 60 cm.